Het bevorderen van een actieve leefstijl krijgt steeds meer aandacht in de Nederlandse samenleving en dus ook in het beweging/sport onderwijs. Het is ondertussen wel duidelijk dat het belang van bewegen groot is en dat het een bijdrage levert aan de kwaliteit van ons leven. Toch slagen we er niet in om sport écht een plek te geven in onze maatschappij dat voorkomt dat jongeren vroegtijdig stoppen met sporten. De Amerikaan Daryl Siedentop (2004) heeft middels het concept sporteducatie laten zien dat we het (sport)gedrag van kinderen kunnen beïnvloeden.

Het concept Sport Educatie Unit (SEU) is ontwikkeld door de Amerikaan Daryl Siedentop (2004). Daryl Siedentop vindt dat je van de sportles een feest moet maken waarbij je de sportcultuur omarmt. Je creëert een leerklimaat waarbij je leerlingen betekenisvol laat sporten. Siedentop verbindt dit aan een seizoens gebonden programma (meerdere lessen), waar leerlingen aansluitend een aantal lessen als team met elkaar spelen. Uit onderzoek is gebleken (Siedentop, 2004) dat leerlingen een positieve ervaring halen uit een langdurig sportgericht programma. Pas na meerdere lessen onder schooltijd (12-20 weken) ervaren leerlingen wat er nodig is om aan een sport te willen beginnen. Met deze sportlessen is het de bedoeling dat zij in die aantal weken als team vooruitgang boeken en daarom ook leren om doelen te stellen. Zo worden leerlingen intensief betrokken bij hun eigen sportontwikkeling. In Amerika wordt dit concept veelal toegepast tijdens de gymlessen op de High Schools.

De Floorball Academie Nederland heeft voor de verschillende doelgroepen in het onderwijs (BO/VO/VMBO/MBO) lessen ontwikkelt op basis van het SEU concept. Deze lessen bestaan uit een reeks van acht lessen waarbij de laatste les een eindtoernooi is in de klas of op school. Daryl Siedentop geeft aan in zijn boek ‘Sport Educatie Unit’ dat er minimaal twaalf lessen moeten worden gegeven omdat er uit onderzoek is gebleken dat leerlingen dan sneller gaan sporten en zich bij een vereniging aan zullen sluiten. Het aanbieden van twaalf lessen, binnen dezelfde sportactiviteit, zal in ons onderwijssysteem niet snel voor komen. Vaak kiezen wij voor de breedte in ons sportaanbod waardoor er voor deze lessenreeks gekozen is voor acht aansluitende lessen. Het is aan de docent/sectie of je dit zo behoudt of dat je dit opknipt in twee X vier lessen.

De transfer die hierbij wordt gelegd tussen de technische en tactische principes binnen doelspelen zal de leerlingen helpen zich sneller te ontwikkelen

. De lessen zijn opgebouwd in de ’totaal-deel-totaal’ en de ‘deel-deel-totaal’ methode. Het is belangrijk dat de leerlingen de sport floorball echt beleven. Daarom is er gekozen voor veel spelvormen en basisspelen als 3:3 en 4:4. 
Zelfs de allereerste les zal bestaan uit een eindspel floorball. Zo zullen de leerlingen enthousiast worden gemaakt voor de sport (beleving) en kan er gelijk worden gekeken welke (sport)problemen er ontstaan tijdens het spel (leren). Hier kan de docent op inspelen en dit gebruiken voor een vervolg. Daarnaast kunnen leerlingen een 1e nulmeting maken als team zodat ze gericht kunnen werken aan hun floorball ontwikkeling. 

De leskaarten kunnen worden gebruikt door docenten als begeleidingsinstrument. Het geeft richting aan de invulling van je lessen. De leerlingen werken vanaf de 1e les in teams en zullen de acht lessen samenwerken om als team beter te worden. Elke les krijgen de teams een leskaart waarop de opdracht, organisatie en een aantal regels staan weergeven. De leerlingen kunnen hier vervolgens mee aan de slag. Naast de leskaarten zijn er ook stappenplannen en kijkwijzers die zelfstandig gebruikt kunnen worden voor meer diepgang.

Om kinderen beter floorball te leren spelen is het naast een actieve rol als speler ook goed om leerlingen in een andere rol te plaatsen. Dit vergroot het inzichtelijk leren (leerproces) en daarnaast krijgt de leerling een compleet beeld van de sport. Bewegen en regelen (ensceneren) vindt plaats in de rol van
speler/deelnemer en als scheidsrechter of coach. Het ervaren en goed kunnen toepassen van
die verschillende rollen is de essentie van een SEU. In ons onderwijssysteem krijgt het leren van leerlingen een steeds grotere mate van zelfsturing om zo goed mogelijk te kunnen inspelen op de veranderende (sport)maatschappij. Leerlingen moeten de tijd krijgen om ‘goed’ in aanraking te komen met een sport (floorball), om zo een doordachte keus te maken voor de toekomst. Op deze wijze worden ze voorbereid op een leven lang actief deelnemen aan de sportmaatschappij.